zaterdag 22 september 2012

Dag 15: Going home!


We konden vanmorgen rustig aan doen, want enige activiteit was naar het vliegveld in Denver te rijden voor onze vlucht naar Detroit 's middags. Eindelijk kans voor mij om zelf een stukje te draven rond Twin Lakes. "No cold?" vroeg Jaime op zijn typische manier. Voor iemand die bij 20 graden nog in trainingspak met muts op liep misschien wel, maar de zon warmde ook nu alweer aardig op dus shirt en korte broek waren prima. En ik was om 8 uur niet de enige, alle leeftijden liepen in alle tempo's over de vele paden die de wijk rijk is. Alweer stegen er luchtballonnen op, een prachtig gezicht is dat. De lakes zelf staan redelijk droog, ongetwijfeld ook het gevolg van de droogte die de VS deze zomer teistert. Tijdens het ontbijt keken we naar de spannende vrouwenwedstrijd bij het WK wielrennen waar Marianne Vos eindelijk weer eens een regenboogtrui binnensleepte. Twin Lakes Inn is een heerlijk informeel hotel waar de sleutels voor nieuwe gasten gewoon in envelopjes klaarliggen en de hotelbaas Binesh gewoon een binnenband gaat repareren zodat ik een (soort van) fiets had om de atleten te volgen. Binesh droeg een London Olympic polo. Hij was daar ook geweest onder meer als masseeur voor marathonloopsters Constantina Dita en Hilda Kibet, die beide in Boulder getraind hebben. Op zijn telefoon liet hij foto's zien met de Nederlandse loopsters en begeleiding. Hij was blij met de foto die ik had gemaakt van Adrienne en Jaime hardlopend voor het hotel langs. We moesten vooral nog eens terugkomen. Nou wie weet, Boulder is - voorzichtig gezegd - bepaald geen vervelende plaats om te verblijven. Het is hier bijna altijd mooi weer (als het een keer regent, vindt iedereen dat heel bijzonder en ook 's winters is het met lage vochtigheid en zon goed vertoeven), de hele stad ademt buitensport en de Rockies liggen om de hoek.


Om half 11 reden we richting vliegveld. Het was iets minder druk dan gisteren op de weg en drie kwartier later dropten we onze Chevrolet Suburban bij Alamo. Deze heeft ons ruim 2400 mijl (3800 km) prima vervoerd. In Nederland zou het een ramp zijn om te rijden en parkeren met zo'n slagschip, maar hier is dat prima te doen. Op het vliegveld werd het incheckprobleem snel verholpen. Nog steeds geen idee wat nou de oorzaak was ("You're special" was het enige dat de Delta-medewerker wist te melden). Mijn koffer was wel een paar kilo zwaarder maar nog altijd binnen de limieten. Het was ook nog eens erg rustig bij incheck en security, alles een stuk eenvoudiger dan de heenreis waar zo'n beetje alles moeilijk leek te moeten gaan. Dus nog wat tijd om een laatste stukje op onze blog te schrijven voor we aan boord gaan om met een tussenstop in Detroit naar huis te vliegen.
Wat ook (om)vloog waren de afgelopen twee weken. Het was een prachtige trip van Salt Lake City met een grote noordelijke boog naar Denver door zeven staten (hoewel we er nog over discussieren of het kleine stukje rijden door Idaho mee mag tellen) met prachtige parken en zeker prachtig weer. Op een paar korte buien op de 3e dag in Grand Teton na hebben we eigenlijk alleen maar zon gehad en temperaturen tussen pakweg -5 en +30 graden. Yellowstone was prachtig, maar ook druk en dan vooral bij de wat beperkte faciliteiten. De overgangsstukken waren uitgestrekt boerenland. Rapid City en omgeving waren verrassend, Scottsbluff (en dan vooral het hotel) waren de enige dissonant (enige hotel dat we niet vooraf geboekt hadden) en Boulder/Denver en omgeving waren een stuk drukker en moderner dan de voorliggen de anderhalve week. We hebben erg veel mooie natuur en verrassend veel wild gezien. Hoogtepunt was absoluut de zwemmende grizzlybeer in Yellowstone park. Ik heb me prima vermaakt en ik geloof Robert en Gerbrand ook. Dank ook aan alle volgers voor hun reacties via de blog en Facebook en tot een volgende trip! Nog geen idee wanneer en waarheen.



vrijdag 21 september 2012

Dag 14: Dagje Denver

Onze laatste volledige dag in de VS hebben we vooral in Denver doorgebracht. Persoonlijk heb ik de economie nog een aardige impuls gegeven. Maar de dag begon voor mij vroeg omdat ik weer foto's ging maken bij een training. Wekker op 6.45 zodat ik om 7.30 klaar stond (met een nieuwe fiets) voor de groepstraining van Brad Hudson. De atleten verzamelden voor ons hotel, een paar hadden een wat langer programma en waren al rondjes aan het lopen door de wijk Twin Lakes. Eentje liep er zelfs een 10 mijl in 49 minuten en dat om 8 uur 's morgens. Adrienne's groep ging eerst een paar mijl opwarmen rond een van de Twin Lakes. Mooi ochtendzonnetje en weer een aantal heteluchtballonnen als decor. Al fietsend wat foto's gemaakt. Daarna gingen ze naar de 'startstreep' verderop in de wijk.


De ronde van 3 mijl door en langs Twin Lakes staat vol met mijl en kilometeraanduidingen zodat er allerlei programma's gedaan kunnen worden. De meesten van de groep trainen voor een marathon en doen lange blokken. Adrienne deed met Jaime zesmaal een mijl in ongeveer 5.05. Dat was een bijna rechte lijn door de luxe woonwijk waar men wel gewend is aan deze lopers ook als ze aan de verkeerde kan van de weg lopen. Weg is dan ook breed genoeg daar. Heb geprobeerd op wat leuke plekken plaatjes te schieten van de lopers en coach Brad die met zijn ene hand klokt en met zijn andere hand foto's maakt met zijn telefoon. Geen wonder ook dat zijn auto van voren aan elkaar hangt van tape. En ondertussen was Flotrack ook aan het filmen voor hun website. Benieuwd naar de beelden later op www.flotrack.org.


Toen werd het tijd voor onze dagtrip naar Denver. Eerste stop was downtown bij 16th Street Mall, de uitgaansstraat van Denver. Het was vrijdag rond luchtijd en uit de kantoren stroomde het naar de vele eettentjes. Toeristen kunnen met gratis Hybride bus heen en weer langs deze bekende straat. Robert kocht weer zijn shirt bij het Hard Rock Cafe en na de tussenstop bij Starbucks (geloof dat er wel 4 waren in deze straat) nog even langs het Capitol gebouw dat gedeeltelijk in de steigers staat. Het was een warme dag vooral door de afwezigheid van wind. Ook hier weer de meest vreemde types op straat en ook weer artiesten, zwervers en bedelaars. Terug bij de auto worstelden we ons door het drukke verkeer richting Lowry. 's Middags gingen we namelijk allen doen waar we goed in waren. Dat wil zeggen dat Robert en ik gingen shoppen en Gerbrand een vliegmuseum bezocht. Dat was Wings over the Rockies op voormalige vliegbasis Lowry. Wij stelden vast dat bordjes richting museum geen overbodige luxe waren maar we vonden het uiteindelijk. De voormalige basis is nu omgetoverd tot nieuwe woonwijk. Denver breidt zich in rap tempo uit, werd ook ons ook door een Amerikaan uitvoerig uitgelegd. Toen we bij het museum uitstapten vroeg hij notabene aan mij of het toestel voor ons een B-52 was ... eh, geen idee maar Gerbrand kon dat bevestigen. Vervolgens vroeg een voorbijganger of ik wist hoe we bij 1st Avenue konden komen. Zien wij er na twee weken uit als locals?

Terwijl Gerbrand zijn gang ging in het museum gingen wij op zoek naar Colorado Mills, een Outlet Center in het westen van Denver. Het was andermaal druk op de weg en ook hier stond het niet erg aangegeven, maar we kwamen er uiteindelijk wel. Na een snelle pizza slice gingen wij rond in dit grote complex op jacht naar 'koopjes'. Ik moet zeggen dat ik daarbij aardig 'los' ben gegaan. Kan met oog op de douane niet in details treden natuurlijk ;-) Robert kocht ook een en ander bij Sports Authority en Oakley. Toen was het weer tijd om Gerbrand op te halen en dat ging wat moeizamer dan gepland omdat het verkeer door avondspits nog drukker was. Iets later dan sluitingstijd van museum pikten we hem op. We kwamen iets gunstiger de stad uit via Aurora ... u weet wel van de bioscoop. Even waren we de enige blanke bij het stoplicht (het was een iets 'mindere' buurt), maar eenmaal bij de snelweg ging het gelukkig vlot terug richting Boulder. Het liep tegen 7 uur en we kregen trek.


Bij Flatirons Mall (tussen Denver en Boulder) zochten we een restaurant. Dat lukte aanvankelijk niet door een wat ongebruikelijke wegenconstructie (of ons onvermogen dat goed te interpreteren), en we wilden ook niet onze vakantie afsluiten bij Starbucks of Subway, maar toen zagen we iets dat op een restaurant leek. Twin Peaks klonk goed, we begrepen niet direct wat ze bedoelde met Scenic Views totdat we binnen waren. Laten we zeggen dat er heel veel te zien was en niet alleen op de ontelbare grote TV-schermen (met alleen maar sport uiteraard), need I say more? En het eten smaakte er ook nog eens voortreffelijk! Laatste nacht in Boulder, morgenmiddag vliegen we iets na 2 uur via Detroit terug naar Amsterdam. Probeerde online in te checken, maar wederom is er 'iets' mis met mijn gegevens (zoals op de heenweg) en heb ik alleen Robert en Gerbrand in kunnen checken. Ga er maar van uit dat het ook nu weer goed zal komen. Oja, er was vandaag ook iets met een telefoon ... de nieuwe iPhone5 ging in de verkoop, helemaal vergeten naar te kijken!

donderdag 20 september 2012

Dag 13: Rocky Mountain High



Vandaag een prachtige dag gehad in Rocky Mountain National Park. De dag begon voor mij met een forse fietstraining, maar dat lag vooral aan de fiets. Dat kwam zo: Adrienne zou om 8 uur een duurloop gaan doen met Jaime die in ons hotel werkt (tussen het trainen door). Ik zou een stuk meefietsen om foto's te maken. Dat werd wat later en het startpunt werd verlegd naar Boulder Reservoir 2 km verderop. De enige fiets bij het hotel die geen lekke band had had wel aandrijvingsproblemen. De ketting had denk ik 12 jaar geleden voor het laatst olie gekregen en uiteraard stond het zadel een halve meter te laag. Fietsen ging nog wel zolang het vlak bleef maar elk heuveltje werd een col. Maar ik heb uiteindelijk een paar mijl langs het reservoir meegefietst en wat foto's gemaakt.

Daarna stond het laatste nationale park van deze tweeweekse trip op het programma: Rocky Mountain NP. Langs de weg van Boulder naar Lyons heel wat fietsers, maar toen de weg daar fors omhoog ging naar Estes Park troffen we er niet veel meer aan. Het was nog maar eens zonnig en warm vandaag, wel met hoge bewolking. De waas van gisteren was inderdaad het gevolg van bosbranden in westelijke staten. Geen ansichtkaartenweer dus, maar prima te doen. Bij Estes Park troffen we een nogal bijzonder tafereel aan. De sportvelden net buiten het fraaie dorp werden bezet door een ... kudde elks. Die leken vrij op hun gemak te liggen naast het voetbaldoel. Toen we aan het eind van de dag weer langs kwamen, liepen er overigens weer gewoon kleine voetballertjes op het veld.


Eenmaal in het park namen we de Old Fall River Road, dat is een onverharde eenrichtingsweg van 9 mijl waar maximumsnelheid van 15 mijl per uur ook logisch was gezien staat van het wegdek en de korte steile bochten. Mooie plaatjes met de aspentrees in herfstkleuren. We kregen medelijden met een wat oudere niet al te slanke man die vreselijk stond uit te hijgen met zijn fiets na elke paar bochten, want de weg liep echt fors omhoog en op een hoogte van zo'n 3000 meter is elke inspanning heftig. Pas bij 3500 meter hoogte gaven de laatste bomen de strijd op en werd het landschap kaal. Eindpunt van de zandweg was het Alpine bezoekerscentrum op 3595 meter. Daar stond een forse wind die het knap fris maakte. Na een lunch in de lodge aldaar daalden we over de Trail Ridge Road (de asfaltweg) een stuk verder het park in. We wandelden door een vallei waar de Colorado River nog een armetierig slootje was. Grote delen van de vallei waren afgesloten vanwege de elks die in deze tijd van het jaar zich verplaatsen. Zo'n kudde zagen we ook voorbij trekken met het altijd imposante mannetje met het grote gewei.
Terug op het hoogste punt van het park liepen we de toendra-route naar 12304 foot (bijna 3700 meter). Een berggebied met nauwelijks begroeiing waar de wind vrij spel had. Eindpunt was een fraaie rotspartij, goed voor uitzicht en leuke foto's. Op deze hoogte merk je wel dat elke inspanning fors is.

We hoorden het gepiep van de onze vriend de fluithaas ('pika'), maar we zagen hem nog niet. Terug bij de auto keek ik aan de andere kant van de weg en daar zat volop leven. Naast de fluithaas ook een drietal yellow-bellied marmots, dus weer een dier dat we konden afstrepen op onze inmiddels lange lijst. De overvliegende adelaars zorgden voor verhoogde staat van paraatheid bij deze prachtige beestjes die druk bezig waren gras en ander materiaal te verzamelen.


Vlak voor Estes Park troffen we erg veel auto's en mensen aan bij een weiland waar een kudde elks zich vertoonde. We hadden even de neiging te roepen "hebben we al", maar dat zou arrogant overkomen en bovendien was het tafereel best interessant. Er leek een serieuze machtsstrijd aan de gang tussen twee groepen. Op het veld stond een groep van ik schat 40 vrouwtjes wat vertwijfeld te kijken, vanuit het bos klonk het luide hoge geburl van blijkbaar een ander mannetje. Een deel van de vrouwtjes ging na veel aarzelen het bos in, de rest bleef in vertwijfeling achter. Verderop stond een andere kudde rustig te grazen, die hadden blijkbaar geen last van stammenstrijd.


Terug in Estes Park hebben we een rondje door de winkelstraat gemaakt. Ook hier de gebruikelijke toeristenzooi, maar altijd wel leuk om rond te kijken. Het liep alweer tegen 7 uur en we kozen voor een Italiaans diner. Het systeem van fooi voor de ober voor geleverde service blijft voor ons altijd wat onwennig, maar er valt wat voor te zeggen en hun basissalaris schijnt echt minimaal te zijn. Maar als de ober dan zelf 20% fooi berekent, vinden wij dat dan weer in strijd met de service-logica. Om 9 uur waren we terug in het hotel na weer een prachtige dag. Het gaat nu ineens wel hard want morgen is hier onze laatste volledige dag. Die zullen we grotendeels in Denver doorbrengen.


woensdag 19 september 2012

Dag 12: Cultuurshock in Boulder

Na toch een soort van nachtrust verlieten we het hotel-op-stelten in Scottsbluff zo snel mogelijk en na een pancake ontbijt bij Sharis ook Scottsbluff zelf. Terug de woestijn in, want het decor was hetzelfde als gisteren: eindeloze golvende velden, soms tot akkers ontgonnen, soms gewoon voor het vee. In beide gevallen is water onmisbaar. Indrukwekkende sproeinstallaties zorgen ervoor dat er op deze kurkdroge en winderige prairie nog iets groeit. Eenmaal op de snelweg waren we met onze personen auto in de minderheid tegenover het aantal vrachtwagens. Ter onderstreping van het conservatisme van dit deel van het land stond er een groot bord met SOS Stop Obama Socialism.

Eindeloze treinen reden af en aan ook toen we Wyoming weer binnengereden waren. In de hoofdstad van die staat hadden we een koffiestop bij de enige Starbucks in de regio. Cheyenne is de hoofdstad van een van de dunstbevolkte staten van de VS en dus zelf ook niet veel meer dan een groot dorp. Het landschap verandert niet direct als we Colorado binnen rijden, maar het wordt wel drukker naast en op de weg. Via een wat vreemd binnendoor weggetje bereiken we Boulder, basis voor de komende dagen. We parkeren de auto vlakbij Pearl Street, het levendige hart van de stad, en gebruiken een lunch.

Boulder is een a-typische stad voor de Verenigde Staten. Waar elders in dit land zou je op woensdag middag een club wielrenners tegenkomen of iemand die in Pearl Street loopt met twee reservewielen? Fietsen is hier extreem populair, het is ook de woonplaats van veel professionele fietsers. Maar eigenlijk alle outdoorsporten, want voor atleten is Boulder ook een mekka. En dat is ook de reden dat Adrienne Herzog hier is neergestreken. Het kostte even wat moeite om goed af te spreken vandaag, want ze had vanmorgen een zitting van de rechtszaak tegen de chauffeur die haar verloofde Terence aangereden heeft en dat liep allemaal wat uit. Erg teleurstellend is ook dat de chauffeur ondanks overduidelijk in de fout geen schuld wil bekennen. Het gaat dus nog een lange zaak worden. Een beetje toevallig - want de meeste hotels in Bouder waren superduur - hadden we via Expedia het Twin Lakes Inn geboekt.

Dat is niet alleen een hotel van en voor hardlopers, maar ook Adrienne traint regelmatig met dit hotel net buiten de stad als basis. Plan was om vanmiddag nog wat hardloopfoto's te maken tegen het fraaie decor van de heuvels en bergen van Boulder. We spraken in de namiddag af bij Marshall Mesa Trail, iets ten zuiden van Boulder en tegen de bergen aan. Helaas was de lucht anders dan gisteren vandaag niet mooi blauw. De bergen leken wel een in soort nevel gehuld, mogelijk iets te maken met bosbranden verder in het westen. Op de bij lopers en mountainbikers populaire trail wisten we toch fraaie foto's te maken bij de ondergaande zon. We spraken af om de komende dagen nog eens een shoot te doen bij de ochtendtraining die - handig - bij ons hotel start. Een van de medewerkers van het hotel is ook loopmaatje van Adrienne en ze hebben een paar fietsen om een stukje mee te toeren.


Na onze fotoshoot-wandeling hadden we inmiddels wel weer trek gekregen en wij reden terug naar Pearl Street voor een uitmuntend diner. De wandelpromenade was ondanks prettig weer niet overdreven druk op deze woensdagavond. Niet zo druk als vorig jaar in april toen we van onze skitrip hier belandden en er veel muzikanten en andere weirdo's van alles en nog wat deden om aandacht en geld te krijgen. In hun kielzog ook zwervers en bedelaars. Toen we er eentje een salade zagen eten maakte Robert de rake opmerking dat zelfs de zwervers hier gezond eten.
Ja, het is in veel opzichten een (cultuur)shock als je anderhalve week in 'the wild' hebt vertoefd. Hebben vandaag hier meer Starbucksen gezien dan onze hele reis tot nu toe. Voor collega Rik: van shoppen is in het wilde westen dan ook nog weinig gekomen. Weinig tijd en heel weinig gelegenheid. We zochten wel naar een Outlet, maar komen telkens dit bord tegen.

dinsdag 18 september 2012

Dag 11: Via de Black Hills naar Nebraska

Het is deze vakantie een trend dat we elke avond vrij laat in het hotel zijn en slapen gaan en daardoor ook wat later opstaan en vertrekken. Zo ook weer vandaag, maar dat kwam ook wel weer mooi uit doordat we tijdens opstaan en ontbijt het WK wielrennen weer konden volgen. Het was ruim na 9 uur toen we Rapid City achter ons lieten terug de Black Hills in. Het weer was fors opgeknapt na een aantal dagen (vooral hoge) bewolking. De hele dag was het een blauwe lucht van het soort dat je in Nederland maar weinig treft. Vochtigheid zou dan ook dalen naar 10-20 %. Een paar foto's gemaakt bij spookdorpje Rockerville dat grappig genoeg tussen de twee rijbanen van onze weg inlag. Bij dezelfde tent in Keystone haalden we weer een voortreffelijke capuccino.

Na een nieuwe foto van Mount Rushmore met blauwe achtergrond namen we de Needles Highway richting Custer State Park. Dat was een werkelijk schitterende route met de loofbomen die met deze zon goudgeel kleurden. Opvallend ook erg veel bruingekleurde dennen. Dat komt door een kever epidemie, leerden we gisteren. De Needles waren enorme zuilvormige rotsen die als naalden uit de berg staken. De weg ging er met een nauwe tunnel doorheen, maar het was ook voor klimmers een uitdaging want een drietal Japanners was tot verbijstering van de Amerikaanse toeristen bezig de bekendste Needle (de naald met het gat erin) te beklimmen. Naast de fraaie kleuren zagen we niet zoveel wild als gisteren aan het eind van de middag, maar wel weer groepjes wilde kalkoenen in de berm en alweer witte berggeiten. Bij Blue Angel Lodge in Custer Park hadden we een voortreffelijke lunch met halve sandwich en soep.



Met dank aan wifi (die available maar niet reliable heette) wat nieuwtjes en voetbaltussenstanden gevolgd. Daarna reden we Wind Cave National Park in, een park dat bovengronds niet heel bijzonder is, maar ondergronds des te meer. Bij het bezoekerscentrum kochten we een ticket voor de cave tour van 2.30 uur. Boven de grond vermoed je totaal niet dat er onder de grond een gigantisch gangenstelsel loopt van - huidige tussenstand - 138 mijl en dat op een grondgebied van slechts een vierkante mijl. De gangen gaan soms 6 tot 7 niveau's onder elkaar. Afhankelijk van de luchtdruk buiten blaast de wind bij de (smalle) ingang naar buiten of naar binnen. Wij wandelden een uur door het eerste deel van dit immense gangenstelsel en kregen nuttige en leuke informatie van de ranger. Het was regelmatig bukken voor ons, maar dat was het nog veel meer voor degenen die nog altijd bezig zijn de uithoeken van Wind Cave te verkennen. Dat betekent kruip-door-sluip-door met een lampje. Wij kwamen maximaal 60 meter onder de grond van deze droge grot. Anders dan de meeste natte grotten heb je hier geen stalagmieten en -tieten, maar is de groot ooit ontstaan door water dat het zachte kalksteen wegsleet en bijzondere figuren ("boxes" en "popcorn") op muren achterliet.


De ranger vertelde vermakelijk over de grootste zoektocht ooit naar een verdwaalde in deze vijfde grootste cave ter wereld. Aan het eind van onze route gingen we met een lift weer naar het oppervlak en dat scheelde toch bijna 20 graden in temperatuur. Het was al tegen 4 uur en hoogste tijd om de Black Hills achter ons te laten. We wilden immers nog naar Scottsbluff en dat was nog zo'n 150 mijl. De weg werd als snel kaarsrecht en vlak. Eindeloze glooiingen van verdord gras en hier en daar wat vee of akkerbouw, ook toen we de grens met Nebraska passeerden. Waar de ene staat zich met bizons afficheert, of met graan, zonneschijn of Mount Rushmore heeft Nebraska een wel erg weinigzeggende slogan "The Good Life". Of ze er goed van leven weet ik niet, ik geloof niet dat ik graag op deze eindeloze vlakte zou willen wonen, want erg welvarend ziet het er niet uit. Sommige stukken zijn zwartgeblakerd. Robert heeft het stuur inmiddels overgenomen zodat ik alvast mijn verhaaltje kan tikken.

We slaan nog een keer af van onze verlaten doorgaande weg en komen op een nog uitgstorvener route die volgens de kaart de laatste 100 km tot Scottsbluff geen dorp meer telt. We passeren nog wel wat spookhuizen en een aantal actieve boerderijen, maar tekenend voor de streek is wellicht het kerkhof waarop slechts een graf stond. Het werd net donker toen we Scottsbluff binnenreden. Een hotel zoeken werd een stuk lastiger dan we hadden gedacht, net nu we de eerste keer niets gereserveerd hadden bleek zo'n beetje alles hier vol te zijn. En dat zonder bijzondere reden bleek bij navraag. Het is absoluut geen toeristische stad, waarschijnlijk dan toch vooral werkvolk dat in de buurt bezig is of op doorreis. Zo kwamen we uiteindelijk bij een nogal aftands Hotel 6 uit waar ze wel een kamer hadden. Kost niet veel, maar is helaas ook niet veel. We waren wat verwend met onze HoJo in Rapid City en voor die ene nacht redden we het wel. Diner hadden we bij Sharis 24 uursrestaurant, wat Robert nogal ad rem deed afvragen waarom ze dan een slot op de deur hadden.


Morgen rijden we een kilometer of 300 naar Boulder waar we een hotel hebben voor de laatste drie nachten. Dan gaan we in ieder geval naar Rocky Mountain National Park, ons laatste NP deze reis, maar we gaan ook een afspraak van anderhalf jaar geleden inlossen met Adrienne Herzog!

maandag 17 september 2012

Dag 10: De Black Hills


Vandaag hebben we in zijn geheel doorgebracht in de Black Hills, het berggebied grenzend aan Rapid City. Een decor dat compleet anders was dan de kale Badlands van gisteren. Het weer was vandaag 'brisk', overwegend bewolkt en een stuk frisser dan de afgelopen dagen. Nou hebben wel al ruim een week heel wat wild gespot op onze route, maar vanmorgen sloeg toch werkelijk alles. Beren op de weg, letterlijk en niet zo weinig ook. Cubs die rollend over het gras gaan ... geweldig!



Ok, ok, we hebben een beetje vals gespeeld vandaag ... we hebben die beren inderdaad gezien, maar dat was in Bear Country USA, een safaripark dat vooral bekend staat om het enorme aantal zwarte beren, meer dan 100! Eerst reden we er vooral langs dieren die we al in het wild gespot hadden, maar het berendeel van het park was natuurlijk het hoogtepunt waar iedereen voor komt. De twee grizzlies van het park zaten apart, waarschijnlijk gaan die niet goed samen met zwarte beren, maar een beetje treurig is dat wel. De jonge zwarte beren ('cubs') waren letterlijk aan het bekvechten, wat natuurlijk vertederend is om te zien. Uiteraard was er ook een gift shop, de 88ste op onze trip dus daar waren we snel klaar mee. Net buiten het park zagen we overigens langs de weg witte berggeiten lopen, alweer een primeur.

Volgende stop was het dorpje Keystone dat compleet toeristisch opgetuigd was. Doel was een lekkere bak koffie, maar er was ook nogal wat gesloten. Maar we vonden een toptent met hele goede capuccino en zelfgemaakte fudge! Dat had ook Michele Obama een paar maanden geleden geconstateerd want die was er op bezoek geweest (krantenartikel hing aan de muur) bij haar bezoek aan Mount Rushmore. Dat was ook ons volgende reisdoel. In de Black Hills zijn vier enorme koppen uitgehakt, nu eigenlijk vooral gedynamiteerd. We herkenden ze meteen, het was duidelijk een ode aan het Nederlandse voetbal. Dick Advocaat, Edwin van der Sar, Hans Westerhof en 'us' Abe Lenstra, dat zagen wij zo.


Ok, in werkelijkheid ging met om vier presidenten Washington, Jefferson, Roosevelt en Lincoln die ieder symbool stonden voor een van de verworvenheden van de hedendaagse Verenigde Staten. Het hele park straalde uiteraard een en al patriottisme uit, maar dat kun je ook verwachten bij zo'n groot nationaal symbool dat tussen 1927 en 1941 gerealiseerd is. Beetje schril tegenover zoveel Amerikaanse 'power' steekt een flink deel van het publiek af: van die waggelende worstebroodjes in meest foeilelijke kleding.

Na een kleine lunch tussen de afbeeldingen van alle presidenten reden we naar het volgende bouwwerk: Crazy Horse. Dat moet een nog veel indrukwekkender eerbetoon worden aan de native American ofwel de indiaan, maar is nog verre van gereed na bijna 50 jaar! Crazy Horse was een legendarische indiaan die streed voor het behoud van de Indiaanse identiteit. Zijn bekende uitspraak is "My lands are where my dead lie buried". Verder was er geen foto van hem, maar toch wist het Pools-Amerikaanse echtpaar Ziolkowski een model te maken op schaal 1/34 van Crazy Horse op een paard wijzend naar zijn land. Als oud medewerker aan Mount Rushmore begon Korczak Ziolkowski met nogal primitieve middelen aan een welhaast onmogelijke klus. Crazy Horse moet veel groter worden dan Mount Rushmore, maar na bijna 50 jaar staat eigenlijk alleen nog maar het hoofd op de berg. Hij liep vele honderden treden omhoog met zwaar materiaal op zijn nek en moest soms meerdere keren terug als de motor van de compressor er weer eens mee ophield. Zijn voornaamste gezelschap bestond uit berggeiten die ook na de explosies weer gewoon terugkwamen. Door de kinderen van de inmiddels overleven bouwer wordt gewerkt aan de rest van hun levensdoel. Beperkende factor is ook een financiele. Het project wordt - ondanks aanbiedingen van de Staat - geheel gefinancieerd door privaat geld. En wij hebben dus vandaag onze bijdrage daaraan geleverd.

Van de weldadig uitgestalde indianenkunst hebben we verder niets aangeschaft. Voordeel van de erg toeristische Black Hills is dat alle dorpjes en attrakties op een voor Amerikaanse begrippen klein gebied liggen. Na een wandeling door dorpje Custer reden we Custer State Park in. Daar namen we de Wildlife Loop Road in de verwachting dat het wild zich aan het eind van de middag wel zou laten zien. En dat klopte volledig, want links en rechts zagen we zoveel white-tale deer en antilopen dat we ze op een gegeven moment maar voorbij reden. Met de ondergaande zon leverde dat nog wel mooie plaatjes op. De weg vanuit het park terug naar Keystone was zelfs voor Europese begrippen onwaarschijnlijk bochtig (voor Amerikaanse begrippen een achtbaan). Niet alleen smal en bochtig, maar ook met tunnels (on-Amerikaans) en Pigtail bridges. Dat is een keerlus in de weg waar de brug na de brug een tunnel is.


In Keystone aten we bij een Home Cooking restaurant. De pot was gestampt en dat was ook het aanwezige publiek. Precies om 8 uur waren we terug bij Mount Rushmore, net op tijd voor de avondceremonie. Na een stichtelijk inleidend woord werd een film getoond waarbij vooral de vier presidenten en hun prestaties belicht werden. Daarna werden de berg verlicht zodat de koppen van de vier hoog boven ons in beeld kwamen. Het was een frisse heldere avond en een ingetogen maar patriottistische vertoning die uiteraard werd besloten met het zingen van het volkslied en het eren van alle aanwezigen oorlogsveteranen. Op het podium mochten zij hun naam en bijdrage opnoemen. De meesten hadden gediend in Vietnam.
Net voor half 10 waren we terug in Rapid City na een mooi dag in de Black Hills waarbij we in fraaie natuur onze historische kennis weer flink opgepoetst hebben.
Morgen rijden we via Wind Cave National Park verder naar het zuiden naar de staat Nebraska.

De Grote Zeven


zondag 16 september 2012

Dag 9: De Badlands


Vandaag hebben vanuit Rapid City een rondje door de Badlands gemaakt. Dat is sinds 1978 een Nationaal Park en beslaat een flink gebied zo'n 100 km naar het oosten. Het noordelijkste deel van de Badlands is toegankelijk gemaakt. Plan was om heen de langzamere toeristische route te nemen, te mikken op de zon in de late middag en terug in het schemer de snelweg.

Gezellig hostel he?
Nadat we eerst nog even het WK Ploegentijdrit gekeken hadden op Sporza stortten we ons op het ontbijtbuffet. Ok, klein minpuntje voor HoJo hotel is dat daar geen bacon is, maar verder prima voor ons. Na het verlaten van Rapid City werd het al snel rustiger naarmate het landschap ruiger werd. Vlak voor de eerste keer betreden van het park troffen we wat ooit dorpje Scenic was en nu een spookdorp was geworden. Een vrouw probeerde nog wat rommel aan de man te brengen, een man was takken aan het zagen, verder een desolate aanblik. De Lakota indianen (die samen met de Nakota en de Dakota bij ons Sioux genoemd worden, kunt u het nog volgen?) slagen er niet helemaal in om de omgeving van het park commercieel uit te nutten.
Na een klein stukje door het park volgde dorpje Interior dat net iets meer leven kende. Een kerk, een school, een gevangenisje(!) en een grocery store waar we wat water en repen insloegen. Benieuwd of dit dorpje over 20 jaar nog zal bestaan.


In het oostelijkste deel van Badlands NP was een bezoekerscentrum met de onvermijdelijke giftshop. In dit deel van het park liggen ook de meeste trails. Via korte en langere wandelingen kon je in en tussen de erosiebergen komen. Notch Trail was wel een leuke uitdaging met een houten ladder van 12 meter en nog wat klim en klauterwerk over een smalle richel. Frappant was dat we andermaal een Nederlands stel tegenkwamen die we een paar dagen terug in en bij Yellowstone ook al hadden gezien.

'Door Trail' gaf toegang tot een meer roodgekleurd landschap. Verschillend gesteente of soms gewoon gedroogde modder die door weer en wind erodeert tot de bergen en dalen en voor de eerste pioniers als 'Bad Land' werd bestempeld. De temperatuur had vandaag een stapje terug gedaan maar met 23 graden nog altijd prima te doen. De harde wind was wel wat hinderlijk, maar blies in de middag de wat hardnekkige wolkjes voor de zon weg zodat we de gehoopte kleuren op de foto konden zetten.
Na een kleine lunch bij de lodge was het alweer 3 uur toen we de Loop Road door het park verder namen. Deze weg leidde langs diverse uitkijkpunten waar je de bergen, dalen en omgeving prachtig kon bekijken. Tot nu toe hadden we weinig dieren gespot. Een deer op een trail en wat grote vogels in de lucht. Niet de ratelslang waarvoor steeds gewaarschuwd werd. Kan ook zijn dat die waarschuwing er vooral is om mensen op de paden te houden.


Maar op de Loop Road ineens volop wild. Drie mouflons (Bighorn sheep) liepen links te grazen, rechts een kudde White tale deer in het veld en overal weer de prairiehonden die over de velden zwermen. Ook kuddes bizons en een paar coyotes gespot en een soort patrijsachtige vogel. Na een stuk dirt road verlieten we het park tegen 6 uur.


Bij het plaatsje Wall konden we de snelweg weer op, maar niet nadat we dit wereldberoemde dorp bezocht hadden. Hier ligt namelijk de bakermat van Wall Drug en Wall Mart, een megagroot concern in de VS dat ooit begonnen is als een slechtlopende drogisterij in dit dorpje met een paar honderd zielen. Mevrouw Hustead, die met haar man de drogisterij runde, kwam op het simpele idee om klanten gratis ijswater aan te bieden bij de koffie die 5 cent kostte. Haar man geneerde zich bijna om dit aan de weg als reclamestunt te melden, maar het bleek een meer dan gouden greep. Toeristen kwamen massaal op het gratis water af en kochten ondertussen andere spullen. Een beter voorbeeld van de American Dream is haast niet denkbaar.

Rondom de drug store is nu een nogal kitscherig en zelfverheerlijkend pretpark ontstaan, maar de koffie kost er nog altijd 5 cent. Nou is dat slappe bakkie ook niet veel meer waard, maar natuurlijk hebben we het er gedronken. Verder is het de overtreffende trap van prullaria die je er kunt kopen, maar een leuke tussenstop met een verhaal. Met het Wounded Knee museum (Wounded Knee ligt een km of 40 ten zuiden van de Badlands) is het een stuk minder, want door brand verwoest. Met volle benzinetank reden we terug naar Rapid City. Het was inmiddels donker, maar het waait nog steeds als een dolle. Terwijl Robert rijdt, tik ik mijn verslag alvast. Dat scheelt straks weer. Diner bij Outback Steakhouse was prima, maar na 8 uur was het er al rustig en om 9 uur verlieten we als laatste de zaak. Amerikanen houden van vroeg eten.



Morgen gaan we een paar attrakties in de Black Hills net iets onder Rapid City bezoeken, we moeten nog een keus maken welke.

zaterdag 15 september 2012

Dag 8: De prairies van Wyoming

Omdat onze hotelkamer geen buitenlicht opving werden we pas om 7.45 wakker. Tijdens aankleden en ontbijt nog even live wielrennen gekeken op de laptop (lang leve Sporza). Auto volgetankt en tegen half 10 verlieten we het nog altijd niet bruisende Sheridan. De eerste uren reden we over de Interstate 90 wat lekker doorrijden was. Het landschap bestond vooral uit gele heuvels en in de verte hogere bergen. De combinatie van grond, grassen, struiken en de droogte maakt dat alles een gele aanblik krijgt. Hier en daar een besproeide akker waar wel groen gewas groeide. Hier zagen we complete kuddes pronghorn antilopen ... daarvoor hoef je dus ook niet naar een nationaal park. Omdat het windstil was bleef de rook van een nabije bosbrand over het land hangen. Opvallend ook dat bij elke op- en afrit een bord staat dat erop wijst dat in geval van knipperende lichten de weg afgesloten is. Ons is niet helemaal duidelijk welk natuurgeweld (nemen wij aan) hiervoor verantwoordelijk zou kunnen zijn dat ze dit zo organiseren. Hier en daar een afslag met boeiende namen als Dead Horse Creed Road of Crazy Woman Creek Road ... en die onverharde wegen leken helemaal naar 'nowhere' te gaan in dit desolate landschap. 


Wyoming is een van de dunst bevolkte staten van de VS en dat was vandaag absoluut te zien. Kilometers lange treinen met zo te zien steenkool trekken traag door het landschap. Op een bepaald punt lijkt het alsof ze de heuvels aan het afgraven zijn, op zoek naar bepaalde stenen, mineralen en/of olie. In de minder begaanbare gebieden is het vooral vee dat zijn kostje bijeen moet zoeken in de prairie. Veel meer dan wanneer je in Nederland rondrijdt ben je je hier bewust van hoe deze mensen (over)leven in deze overweldigende natuur. In iets meer dan 150 jaar hebben de emigranten dit land ontgonnen en ontwikkeld tot wat het nu is. De belevingswereld van deze mensen is een heel andere dan de onze. Hun dagelijkse zorgen heel andere dan de onze. Een fascinerend proces om van nabij te volgen. Overigens hangen (bijna) alle Amerikaanse vlaggen nog steeds halfstok. Om onduidelijke reden was ons abonnement op de satellietradio verlopen (geen idee of de autoverhuurder dat moet regelen of wijzelf), maar we zijn dus vooral aangewezen op de FM. Gelukkig zitten we nu wel altijd binnen het bereik van een zender. Enige nadeel van commerciele radio zijn de reclames die nogal eens over eten, eten en nog eens eten gaan. Op je nuchtere maag met pizza's om je oren gesmeten te worden is niet echt ons ding. 

Een lekkere bak koffie daarentegen wel en uitgerekend een week nadat we vertrokken zijn van huis treffen we onze eerste Starbucks in Gillette. Robert viert dat heuglijke feit door na zijn doppio ook de nieuwe Salted(!) Caramal Mocha te nemen. Die was niet voor herhaling vatbaar begreep ik. De temperatuur ging alweer richting 30 graden toen we de snelweg verlieten om naar Devil's Tower te gaan. Bij de afslag troffen we nog een typisch Wyomings tafereel aan. Op een rodeo terrein waren mannen en vrouwen te paard met lasso's bezig jonge koeien te vangen. Een allervriendelijkste oma (ook te paard) heette ons welkom en gaf uitleg over deze favoriete hobby van de bevolking. Dit heette team roping waarin een duo zo snel mogelijk met lasso de koe moet vangen bij horens en achterpoten. Ze vertelde dat het vandaag een rustige wedstrijd was omdat er in Rapid City een enorm groot toernooi was waar er nogal wat naartoe waren. Daar kon je een pickup truck winnen. Een sport waar de Partij voor de Dieren absoluut niet blij mee zou zijn, maar toch boeiend om een stukje van de locale cultuur mee te pikken.


Devil's Tower National Monument is een klein park gebouwd om de prominent en bijna loodrechte steenkolom waarvan over het ontstaan verschillende theorieen de ronde doen. Voor Indianen was en is het nog steeds een plaats met religieuze betekenis. Ook voor bergbeklimmers, want er waren er nogal wat bezig om de ogenschijnlijk onmogelijk te nemen muur te beklimmen. Wij hielden het bij de 2 km wandelroute rondom de berg. Deze is overigens ook bekend als decor voor de film Close Encounters of the Third Kind.

Was het gisteren de dag van de fluithaas, vandaag werd de show gestolen door de prairiehond die op een veld in Devil's Tower park in grote getale aanwezig was. Deze heeft veel weg van de marmot maar moest vooral niet te dicht benaderd worden vanwege de kans op beten en vreselijke ziektes. Ook werd aangeraden om geen hand in hun holen te steken omdat je dan kans maakt kennis te maken met een ratelslang of een zwarte weduwe ...


Iets voor 5 uur verlieten we Wyoming en reden we South Dakota binnen. Niet dat het landschap dramatisch veranderde, maar het zag er (rond de snelweg) wel iets drukker bewoond uit. Sturgis is blijkbaar wereldbekend bij de motorrijders vanwege een jaarlijks evenement. Ons einddoel vandaag was echter Rapid City dat we als uitvalsbasis wilden gebruiken voor een aantal parken en attrakties de komende dagen. Met Hotwire hebben we voor een leuke prijs een Howard Johnson hotel geboekt. Dat is een prima hotel met de grootste bedden tot nu toe en verder alles erop en eraan.

Voor het eten heb ik nog even mijn eerste hardloopkilometers gemaakt. Een half uurtje door een park langs een riviertje in de stad. Lekker warm nog, mooi verlicht fietspad met eromheen allerlei - zo te zien publiek toegankelijke - sportfaciliteiten inclusief een kleine golfbaan. Lekker en gezellig gegeten bij de Firehouse Brewing Company in het verrassend levendige centrum. Er waren diverse optredens geweest en dat werd afgesloten met live muziek op een plein. Maar niet echt gezellige country voor de hele familie maar keiharde rock ... toch wat alternatiever stadje dan we op het eerste gezicht dachten.